Naar inhoud springen

optimist

Uit WikiWoordenboek
  • op·ti·mist
enkelvoud meervoud
naamwoord optimist optimisten
verkleinwoord optimistje optimistjes

de optimistm

  1. een mannelijk iemand die alles van de positieve kant beschouwt
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
optimist optimists

optimist

  1. optimist m; een mannelijk iemand die alles van de positieve kant beschouwt.
  2. optimiste v; een vrouwelijk iemand die alles van de positieve kant beschouwt.


  • op·ti·mist
stellend vergrotend overtreffend
optimist daha optimist en optimist

optimist

  1. optimistisch
enkelvoud meervoud
nominatief   optimist     optimistler  
genitief   optimistin     optimistlerin  
datief   optimiste     optimistlere  
accusatief   optimisti     optimistleri  
locatief   optimistte     optimistlerde  
ablatief   optimistten     optimistlerden  

optimist

  1. optimist / optimiste