opgeleid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  opgeleid    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɔpxəˌlɛit / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• op·ge·leid

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van opleiden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  op bw  en  geleid ww 

Werkwoord

vervoeging van:	opleiden…
verbogen vorm:	opgeleide

opgeleid

1. voltooid deelwoord van opleiden
2. vormt de lijdende vorm

   • Hij wordt intern opgeleid. 

3. vormt de voltooide tijden

   • Ik heb haar zelf opgeleid. 

4. attributief gebruikt

   • Het bedrijf is op zoek naar vakkundig en goed opgeleid personeel. 

Hyponiemen

• hoogopgeleid, laagopgeleid

Antoniemen

• onopgeleid

Gangbaarheid

• Het woord opgeleid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opgeleid" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.