Naar inhoud springen

oogwit

Uit WikiWoordenboek
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
oog
  • oog·wit
enkelvoud meervoud
naamwoord oogwit oogwitten
verkleinwoord - -

het oogwito

  1. (anatomie) de harde witte schaal die het merendeel van het oog omgeeft
    • Zijn oogwit zag er wat bloedoorlopen uit. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be