onrecht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onrecht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·recht

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van recht met het voorvoegsel on-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	onrecht	onrechten
verkleinwoord	onrechtje	onrechtjes

Zelfstandig naamwoord

het onrecht o

1. onrechtvaardigheid

Vertalingen

    1.   

Duits: Unrecht (de) o Engels: injustice (en) Frans: injustice (fr) v

Oudnoords: afrunr m Spaans: injusticia (es) v

Gangbaarheid

• Het woord onrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onrecht" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.