onderlijk
Uiterlijk
- on·der·lijk
- samenstelling van onder vz en lijk zn [2] ("zeiltouw")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderlijk | onderlijken |
verkleinwoord | onderlijkje | onderlijkjes |
het onderlijk o
- (scheepvaart) de lijn (lijkentouw) die aan de onderkant van een zeil vastgemaakt is op een zeilschip
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord onderlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.