omkranst
Uiterlijk
- om·kranst
- vervoeging van omkransen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
omkransen |
omkranst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkransen
- Jij omkranst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkransen
- Hij omkranst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omkransen
- Omkranst!
vervoeging van: | omkransen… |
verbogen vorm: | omkranste |
omkranst
- voltooid deelwoord van omkransen
- Het woord omkranst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omkranst" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be