omberen
Uiterlijk
- om·be·ren
- uit het Frans [1]
omberen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omberen |
omberde |
geomberd |
zwak -d | volledig |
- Het woord omberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omberen" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ omberen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Kaartspel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 15 %
- Prevalentie Vlaanderen 22 %