oculist

Niet te verwarren met: occultist

Nederlands

oculist inspecteert de ogen van een patiënt

Uitspraak

• Geluid:  oculist    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ocu·list

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans met het achtervoegsel -ist

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oculist	oculisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oculist m

1. (medisch) (beroep) arts gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van oogziekten

Synoniemen

• oftalmoloog, oogarts, oogheelkundige, oogdokter

Verwante begrippen

• oogheelkunde

Verwante begrippen

• mannelijke vorm van oculiste

Vertalingen

    1. arts gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van oogziekten   

Engels: ophthalmologist (en), eye specialist (en),

Gangbaarheid

• Het woord oculist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oculist" herkend door:

69 %	van de Nederlanders;
73 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.