Naar inhoud springen

nonnetje

Uit WikiWoordenboek
  • non·ne·tje

het nonnetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord non
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord nonnetje nonnetjes

het nonnetjeo dim. tant.

  1. (eendvogels) soort eend, Mergellus albellus op Wikispecies uit de familie Anatidae op Wikispecies (Zwanen, ganzen en eenden), behorende tot de zaagbekken
    • Het nonnetje leeft vooral van vis en bezoekt de Lage Landen 's winters vanuit zijn broedgebieden in het hoge noorden van Scandinavië en Siberië 
  2. (tweekleppigen) in zee levende tweekleppige, Limecola balthica op Wikispecies
    • De schelpen van het nonnetje zijn op het Noordzeestrand een gewone verschijning. 
  3. (vlinders) soort grauw gekleurde vlinder, Lymantria (Lymantria) monacha op Wikispecies
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]