meevliegen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  meevliegen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mee·vlie·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  mee bw  en  vliegen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
meevliegen	vloog mee	meegevlogen
klasse 2	volledig

Werkwoord

meevliegen

1. ergatief op een vlucht vergezellen

   • Er zijn in een vlucht sneeuwganzen vaak ook een paar kleine sneeuwganzen die meevliegen. 

2. ergatief in een vlucht meereizen

   • Hij was niet met dat vliegtuig meegevlogen en kwam daarom een paar uur later aan. 

Gangbaarheid

• Het woord meevliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.