liften
Uiterlijk
- lif·ten
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lichaamscorrectie ondergaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1997 [1]
- In de betekenis van ‘gratis meerijden in andermans auto’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
liften |
liftte |
gelift |
zwak -t | volledig |
liften
- (verkeer) het, met een langs de weg aangehouden auto, als gratis passagier meerijden
de liften mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lift
- Het woord liften staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liften" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "liften" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %