layer

Engels

Uitspraak

• Geluid:  layer (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈleɪ.ɚ/

Woordherkomst en -opbouw

• van Middelengels leyer, op te vatten als Naamwoord van handeling met het achtervoegsel -er
  • [1] kan ook afkomstig zijn van een oude betekenis van lair "plaats waar koeien bij elkaar staan en de bodem sterk bemesten"

enkelvoud	meervoud
layer	layers

Zelfstandig naamwoord

layer

1. laag
2. (persoon) legger, iemand die iets plaatst
3. (dierkunde) legger (van ei)

Werkwoord

layer

1. overgankelijk in lagen verdelen of opdelen
2. overgankelijk met lagen opbouwen of presenteren

Gangbaarheid

• In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "layer" herkend door:

100 %	van de Amerikanen;
100 %	van de Britten.