laarzen

Bruine dameslaarzen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  laarzen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlarzə(n) / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• laar·zen

Zelfstandig naamwoord

de laarzen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord laars

   ▸ Ze ruimden vooral toiletpapier, sigarettenpeuken, blikjes, flessen en voedselverpakkingen op. Soms ook zelfs plastic driewielers, leren laarzen en een bierflesje met een dode muis erin.

Gangbaarheid

• Het woord laarzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laarzen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.