koebel
Uiterlijk
- koe·bel
- samenstelling van koe en bel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koebel | koebellen |
verkleinwoord | koebelletje | koebelletjes |
- bel die koeien (vooral in de Alpen) om de nek dragen
- (muziekinstrument) een platte bel van brons of smeedijzer waarop met de drumstick wordt geslagen
- Het woord koebel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koebel" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be