kleien
Uiterlijk
- klei·en
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | kleien |
verbogen | (alleen predicaat) |
kleien
- van klei [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kleien |
kleide |
gekleid |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk met klei werken
- Het woord kleien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ kleien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Predicaatswoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 78 %