kanariegeel
Uiterlijk
- Geluid: kanariegeel (hulp, bestand)
- ka·na·rie·geel
- intensief, samenstelling van kanarie en geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kanariegeel | kanariegelen |
verkleinwoord | - | - |
het kanariegeel o
- (kleur) een heldergele kleur zoals die van sommige kanaries
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kanariegeel | kanariegeler | kanariegeelst |
verbogen | kanariegele | kanariegelere | kanariegeelste |
partitief | kanariegeels | kanariegelers | - |
kanariegeel
- (kleur) de kleur kanariegeel hebbend
- Hij rijdt in een kanariegele auto.
1. een heldergele kleur zoals die van sommige kanaries
- Het woord kanariegeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Intensief in het Nederlands
- Intensivering in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal