kaaien
Uiterlijk
- kaai·en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kaaien |
kaaide |
gekaaid |
zwak -d | volledig |
kaaien
- overgankelijk (scheepvaart) een schip aan de kade leggen, waarbij de ra's in een andere stand gezet worden om ruimte te sparen
- Een schip kan dwars of langscheeps gekaaid worden.[1]
de kaaien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kaai
- Het woord kaaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaaien" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ gekaaid in beeld
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
kaaien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kaai
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 67 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %
- Woorden in het Fries
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Fries