jež
Uiterlijk
jež
- IPA: /jɛʃ/
- jež
- (insecteneters) egel; een klein insectenetend zoogdier waarvan de rugzijde met stekels bezet is
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | jež | ježi | |
genitief | ježe | ježů | |
datief | korte vorm | ježi | ježům |
lange vorm | ježovi | ||
accusatief | ježe | ježe | |
vocatief | ježi | ježi | |
locatief | korte vorm | ježi | ježích |
lange vorm | ježovi | ||
instrumentalis | ježem | ježi |
jež
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord ježit
Categorieën:
- Woorden in het Kroatisch
- Zelfstandig naamwoord in het Kroatisch
- Insecteneters in het Kroatisch
- Zoogdieren in het Kroatisch
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Insecteneters in het Tsjechisch
- Zoogdieren in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Bezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch