ineenzetten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ineenzetten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·een·zet·ten

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ineen  en  zetten 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ineenzetten	zette ineen	ineengezet
zwak -t	volledig

Werkwoord

ineenzetten

1. in elkaar zetten

Verwante begrippen

• aanleggen, bijeenvoegen, bouwen, construeren, maken, samenstellen

Afgeleide begrippen

• ineenzetting

Vertalingen

    1.   

Engels: put together (en)

Spaans: componer (es), construir (es) , juntar (es)

Werkwoord

vervoeging van
ineenzetten

ineenzetten

1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van ineenzetten
   

   • ...dat wij ineenzetten. 
     
   • ...dat jullie ineenzetten. 
     
   • ...dat zij ineenzetten. 

Gangbaarheid

• Het woord ineenzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.