Naar inhoud springen

huismoeder

Uit WikiWoordenboek
[2] huismoeder
  • huis·moe·der
enkelvoud meervoud
naamwoord huismoeder huismoeders
verkleinwoord huismoedertje huismoedertjes

de huismoederv

  1. vrouw die voor haar kinderen zorgt
    • Zij is een echte huismoeder die met liefde en aandacht er altijd is voor haar kinderen. 
  2. (vlinders) bepaald soort vlinder uit de uilenfamilie, Noctua pronuba op Wikispecies
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]