horzels

Nederlands

Hypoderma iparece

Uitspraak

• Geluid:  horzels    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• hor·zels

Woordherkomst en -opbouw

•  horzel zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		horzels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de horzels mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord horzel
2. meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Oestridae  een familie van insecten behorende tot de orde tweevleugeligen (Diptera)

Hyperoniemen

• [2] vliegen, tweevleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] edelherthorzel, paardenhorzel, reeënhorzel, runderhorzel, schapenhorzel

Afgeleide begrippen

• horzelbult, horzelfunctie, horzelnest, horzelsap, horzelsteek, horzelvlinder

Gangbaarheid

• Het woord horzels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.