harinkje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  harinkje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ha·rin·kje

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van haring met het achtervoegsel -kje

Zelfstandig naamwoord

het harinkje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haring

Gangbaarheid

• Het woord harinkje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "harinkje" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.