grootvleugelige
Uiterlijk
- Geluid: grootvleugelige (hulp, bestand)
- IPA: / ɣrotˈfløɣələɣə / (5 lettergrepen)
- groot·vleu·ge·li·ge
- zn: terugvorming uit grootvleugeligen zn zonder de uitgang -en, op te vatten als afgeleid van vliesvleugelig bn met het achtervoegsel -e
- bn: grootvleugelig met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootvleugelige | grootvleugeligen |
verkleinwoord | - | - |
- (dierkunde) benaming voor insecten uit de orde Megaloptera , die relatief grote vleugels hebben
- zie de categorie: Grootvleugeligen in het Nederlands
grootvleugelige
- verbogen vorm van de stellende trap van grootvleugelig
- ▸ Hij zag nu, ja, dat de draden sidderden - dat aan het uiteinde twee grootvleugelige dieren zich spanden om een eigen hemelse weg te gaan. En terwijl hij nog keek, daalden de vogel en de vlinder, en zetten zich op gewassen.[1]
- Het woord 'grootvleugelige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “De mooiste verhalen.” (1988), De Boekerij, Amsterdam, ISBN 9022509214, p. 204
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Grootvleugeligen in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal