geweerschot
Uiterlijk
- Geluid: geweerschot (hulp, bestand)
- ge·weer·schot
- samenstelling van geweer en schot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geweerschot | geweerschoten |
verkleinwoord | geweerschotje | geweerschotjes |
het geweerschot o
- een schot van een geweer.
- Het geluid van een geweerschot was van ver te horen.
- ▸ Ik ging rechtop zitten en luisterde met gespitste oren waar het geluid vandaan kwam. Het leken wel geweerschoten, die steeds dichterbij kwamen.[1]
1.
- Het woord geweerschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geweerschot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be