gemakken
Uiterlijk
- ge·mak·ken
de gemakken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gemak
- alle zaken die ervoor zorgen dat alle nodige handelingen eenvoudig kunnen worden uitgevoerd
- ▸ Mijn buddy England had ik al maanden niet meer gezien, maar ik dacht nog vaak aan de inventieve manier waarop hij zijn leven thuis had ingericht. Ik vond het inspirerend hoe laag hij zijn vaste lasten wist te houden en hoe vrij hij was. De zelf omgebouwde camper waar hij in woonde was van alle gemakken voorzien, maar hij was minder dan 800 euro per jaar kwijt aan vaste lasten.[1]
- Het woord gemakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers