garantievermogen
Uiterlijk
- ga·ran·tie·ver·mo·gen
- samenstelling van garantie zn en vermogen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | garantievermogen | garantievermogens |
verkleinwoord |
het garantievermogen o
- het kapitaal waarmee men een waarborg kan geven
- ▸ Het garantievermogen wordt gevuld met premies die huizenverkopers betalen. De premie is 1 procent van de hypotheeksom.[1]
- de som van het eigen vermogen en de achtergestelde leningen van een onderneming
- Het woord garantievermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Meer huizen met NHG en meer verliesverkopen” (Woensdag 14 januari 2015, 08:11), NOS