Naar inhoud springen

gammen

Uit WikiWoordenboek
  • gam·men
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord gaman, verwant met het Engelse zelfstandige naamwoord game (= spel)
Naar frequentie 33305
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gammen     -     -     -  

gammen, o (meestal gebruikt in de uitdrykking fryd og gammen)

  1. plezier, vreugde
  • leve in fryd og gammen
leven in gelukzaligheid en vrede

gammen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gamme


  • gam·men

gammen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gamme