flegmatisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  flegmatisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fleg·ma·tisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van flegma met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	flegmatisch	flegmatischer
verbogen	flegmatische	flegmatischere
partitief	flegmatisch	flegmatischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

flegmatisch

1. (van mensen) rustig, traag reagerend

Synoniemen

• flegmatiek, onaandoenlijk

Gangbaarheid

• Het woord flegmatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flegmatisch" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.