Naar inhoud springen

eveneens

Uit WikiWoordenboek
  • even·eens
  • In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: ook’ voor het eerst aangetroffen in 1857 [1]
  • [2]

eveneens [3]

  1. ook, op dezelfde manier
    • Hij is zeer geïnteresseerd in wiskunde en Nederlands en zijn vrouw en dochters eveneens. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]