euzie
Uiterlijk
- eu·zie
- Middelnederlands ōse, oyse, ōsie, door v-syncope uit ōvese, ontwikkeld uit Oergermaans *ubiswō, afleiding uit *upp ‘over, boven’; zie verder op. Evenals Nederduits Öse, Ese, Beiers Obsen ‘prieel’, Fries oes ‘ozie’ en Engels eaves ‘ozie’.[1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | euzie | euzies |
verkleinwoord |
- (Belgisch-Nederlands) de over de muur overhangende dakrand waar geen dakgoot aan vast zit
- Euzie: Stuk van een dak dat een eind over de muur uitsteekt, zonder dakgoot aan de rand. Het regenwater loopt rechtstreeks van het dak en valt druppelend op de grond naast het gebouw.[3]
- Het woord euzie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "euzie" herkend door:
4 % | van de Nederlanders; |
3 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ euzie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Het Vlaams woordenboek euzie
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be