ervoer
Uiterlijk
- er·voer
vervoeging van |
---|
ervaren |
ervoer
- enkelvoud verleden tijd van ervaren
- Ik ervoer.
- Jij ervoer.
- Hij, zij, het ervoer.
- Ik ervoer.
- Het woord ervoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ervoer" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be