eraf
Uiterlijk
- er·af
- samenstelling van er en af
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | af | |
persoonlijk | eraf | |
aanwijz. | nabij | hieraf |
veraf | daaraf | |
vragend/betrekk. | waaraf |
(scheidbaar)
eraf
- vervangt *van het af, *van ze af
- Toen sprong hij eraf.
- ▸ Elke dag het ergste vuil eraf poetsen met een natte bandana of een plons in een rivier zijn meer dan voldoende om jezelf schoon te houden.[1]
- Het woord eraf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eraf" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %