enjambement
Uiterlijk
- Geluid: enjambement (hulp, bestand)
- en·jam·be·ment
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overloop van versregels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | enjambement | enjambementen |
verkleinwoord | - | - |
het enjambement o
- (letterkunde) het doorlopen van een zin over twee (of eventueel meer) versregels
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord enjambement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "enjambement" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ enjambement op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).