emiraat
Uiterlijk
- emi·raat
- van het Arabische إمارة (imāra), in het meervoud imārāt
- afgeleid van emir met het achtervoegsel -aat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emiraat | emiraten |
verkleinwoord | emiraatje | emiraatjes |
het emiraat o
- gebied dat bestuurd wordt door een emir
- Qatar is een emiraat.
- het zijn van een emir
- Tijdens zijn emiraat heeft hij veel roem vergaard.
1. gebied van een emir
- Het woord emiraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emiraat" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aat in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %