emaillen
Uiterlijk
Niet te verwarren met: e-mailen |
- email·len
- Afgeleid van email met het achtervoegsel -en met verdubbelinɡ van de medeklinker volgens spellinɡregel 2.B
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | emaillen |
emaillen
- van metaal, voorzien van een ɡlasachtiɡe beschermlaaɡ
- Hij schepte wat water met een oude emaillen kroes.
- Het woord emaillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emaillen" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Stofadjectief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 59 %