elektrocuteren
Uiterlijk
- elek·tro·cu·te·ren
- afgeleid van het Franse électrocuter (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
elektrocuteren |
elektrocuteerde |
geëlektrocuteerd |
zwak -d | volledig |
elektrocuteren
- overgankelijk doden of ter dood brengen door elektrische stroom
- Een aantal mensen dreigden geëlektrocuteerd te worden toen er een boom tegen de bovengrondse leiding viel.
1. doden of ter dood brengen door elektrische stroom
- Het woord elektrocuteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elektrocuteren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %