eindbeslissing
Uiterlijk
- eind·be·slis·sing
- samenstelling van eind zn en beslissing zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eindbeslissing | eindbeslissingen |
verkleinwoord |
de eindbeslissing v
- het laatste, definitieve oordeel
- ▸ "In de getrouwde positie werkt het zo dat we allebei over dingen spreken die ons bezighouden. De dingen die mogelijk een discussie zouden kunnen zijn, daarin neemt de man de eindbeslissing. Ik vind dat heel erg mooi. Want we zijn heel verschillend, mannen en vrouwen, en dat de man op dat stuk waardering en respect krijgt, is voor de man heel belangrijk. Dat vind ik echt een mooie Bijbelse gedachte."[2]
- ▸ "De eindbeslissing zal dan pas op de partijconventie in juli vallen. De gedelegeerden moeten dan onderhandelen. Dat is de enige kans voor het anti-Trump kamp binnen de Republikeinen om de miljardair te omzeilen." Voor echte conclusies is het echter nog te vroeg, zegt correspondent Wouter Zwart.[3]
- Het woord eindbeslissing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Op de Biblebelt: hoe lang mogen wij nog in vrijheid naar de kerk gaan?” (Maandag 17 december 2018, 13:02), NOS
- ↑ Weblink bron “'Trump slaat grote slag, maar het is nog niet de genadeklap'” (Woensdag 16 maart 2016, 07:45), NOS