eetwaar
Uiterlijk
- eet·waar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eetwaar | eetwaren |
verkleinwoord |
- goederen die men kan eten
- De jongelui hadden zich toegang weten te verschaffen tot het leegstaande pand en na het nuttigen van meegenomen eetwaar hadden zij er een vuurtje gemaakt. Dit zorgde voor een enorme rookontwikkeling en een getuige trachtte het vuur te blussen.[2]
- In de plannen krijgt zustermerk La Place een belangrijke plaats. Het enige succesvolle onderdeel van de V&D familie gaat naast eetwaren, snacks en maaltijden ook producten verkopen. Naast servies met onder meer kookgerei, bestek, glazen, tafellinnen wordt opvallend genoeg ook gedacht aan 'natuurlijke'bad- en verzorgingsproducten.[3]
- Het woord eetwaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eetwaar" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 17-11-2008 Tieners veroorzaken brand in leegstaand pand
- ↑ Het Parool HERMAN STIL 8 MEI 2015 V&D concentreert zich met servies en thuismerken op de vrouw
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be