een-tweetje
Uiterlijk
- Geluid: een-tweetje (hulp, bestand)
- IPA: /enˈtwetʲə/
- Morfologisch: een (samenkoppeling) van 'een twee' in de verkleinwoordvorm
- Etymologisch: [sinds vóór 1978][1]
- een-twee·tje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | een-tweetje | een-tweetjes |
het een-tweetje o dim. tant.
- (sport) een passeerbeweging waarbij een tegenstander met behulp van een medespeler omspeeld wordt
- Na een een-tweetje wist hij een prachtig doelpunt te scoren.
1. (sport) een passeerbeweging waarbij een tegenstander met behulp van een medespeler omspeeld wordt
- Het woord een-tweetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.