edelachtbaar
Uiterlijk
- edel·acht·baar
- samenstelling van edel en achtbaar
stellend | |
---|---|
onverbogen | edelachtbaar |
verbogen | edelachtbare |
partitief | edelachtbaars |
edelachtbaar
- een titel gegeven aan diegenen die het ambt van rechter bekleden
- De wet bepaalt dat ook aan de griffier de titel edelachtbaar toekomt.
- Het woord edelachtbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "edelachtbaar" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be