durfde aan
Uiterlijk
- Geluid: durfde aan (hulp, bestand)
- durf·de aan
vervoeging van |
---|
aandurven |
durfde aan
- enkelvoud verleden tijd van aandurven
- Ik durfde aan.
- Jij durfde aan.
- Hij, zij, het durfde aan.
- Ik durfde aan.
- Het woord durfde aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.