doorstromer
Uiterlijk
- Geluid: doorstromer (hulp, bestand)
- door·stro·mer
- afleiding van naamwoord van handeling van doorstromen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doorstromer | doorstromers |
verkleinwoord | doorstromertje | doorstromertjes |
de doorstromer m
- iemand die van een eerdere woning verhuist naar een nieuwe woning
- ▸ Het betekent een kleine verbetering in een situatie die voor veel starters jarenlang uitzichtloos was. Door het krappe woningaanbod en de lage rente was er bijna altijd wel een doorstromer met overwaarde of een belegger met diepere zakken. Toen de stijging van de hypotheekrente vorig jaar sneller ging dan de daling van de woningprijzen, verslechterde die positie nog verder.[1]
- iemand die vanuit een eerdere studie een vervolg studie gaat volgen
- [1] woningstarter
- Het woord doorstromer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Woningstarter komt er dit jaar weer iets makkelijker tussen” (Woensdag 3 mei, 09:52), NOS