doorsneed
Uiterlijk
- door·sneed
vervoeging van |
---|
doorsnijden |
dóórsneed
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorsnijden
- ... dat ik doorsneed.
- ... dat jij doorsneed.
- ... dat hij, zij, het doorsneed.
- ... dat ik doorsneed.
vervoeging van |
---|
doorsnijden |
doorsnééd
- enkelvoud verleden tijd van doorsnijden
- Ik doorsneed.
- Jij doorsneed.
- Hij, zij, het doorsneed.
- Ik doorsneed.
- Het woord doorsneed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.