delibereren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  delibereren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·li·be·re·ren

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beraadslagen’ voor het eerst aangetroffen in 1467
• afgeleid van het Franse délibérer (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren)

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
delibereren	delibereerde	gedelibereerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

delibereren

1. inergatief beraadslagen

Afgeleide begrippen

• gedelibereer

Vertalingen

    1.   

Frans: délibérer (fr)

Gangbaarheid

• Het woord delibereren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "delibereren" herkend door:

81 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.