deeltijdopleiding

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  deeltijdopleiding    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• deel·tijd·op·lei·ding

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  deeltijd zn  en  opleiding zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	deeltijdopleiding	deeltijdopleidingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de deeltijdopleiding v

1. (onderwijs) een studie die men kan volgen zonder dat men daar de hele werkweek mee bezig is

   ▸ "Dat betekent dat het collegegeld voor deze deeltijdopleiding niet hoger mag zijn dan 2060 euro", schrijft de minister aan de Kamer. Voorwaarde is wel dat de betrokken student aan de toelatingseisen voldoet en nog niet eerder een masterstudie heeft afgerond.

   ▸ Bij de pabo's, de lerarenopleiding voor het basisonderwijs, hebben zich tot nu toe veel meer studenten gemeld dan vorig jaar. Dat meldt De Volkskrant op basis van cijfers van de hogescholen en een rondgang langs pabo's. Vooral de deeltijdopleidingen, waarmee studenten versneld kunnen afstuderen, zijn in trek.

   ▸ "Om een diploma te krijgen, moet een scholier praktijkstage hebben gelopen. Een deel van de examinering vindt plaats in de echte praktijk. En voor mensen die een deeltijdopleiding detailhandel doen, geldt dat ze die alleen mogen volgen als ze een arbeidsovereenkomst bij zo'n bedrijf hebben", zei de Tilburgse mbo-bestuurder Pheninckx in het NOS Radio 1 Journaal.

Gangbaarheid

• Het woord deeltijdopleiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.