chemisch
Uiterlijk
- che·misch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | chemisch | chemischer | |
verbogen | chemische | chemischere | |
partitief | chemisch | chemischers | - |
chemisch
- (scheikunde) dat wat tot de chemie behoort, volgens de chemie
- kunstmatig, niet natuurlijk en daardoor niet goed
- ▸ Verder merkte ik dat mijn smaak iets scherper werd zodat ik me onmiddellijk stoorde aan de chemische smaak van het kraanwater in de stad na weken uit de rivier te hebben gedronken.[2]
- [2] scheikundig
- [1] biochemisch, elektrochemisch, fotochemisch, fysico-chemisch, kwantumchemisch, petrochemisch, thermochemisch
1. dat wat tot de chemie behoort, volgens de chemie
- Het woord chemisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chemisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ chemisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel chemi- in het Nederlands
- Achtervoegsel -isch in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %