charm
Uiterlijk
- charm
de charm m
- (natuurkunde) naam van een van de zes quarks waaruit protonen en neutronen zijn opgebouwd
- Het woord 'charm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Geluid: charm (US) (hulp, bestand)
- IPA: /tʃɑːm/
charm
enkelvoud | meervoud |
---|---|
charm | charms |
charm
- (magie) betovering
- (magie) amulet, tovermiddel
- bedeltje
- charme
- (natuurkunde) naam van een van de zes quarks waaruit protonen en neutronen zijn opgebouwd
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to charm |
he/she/it | charms |
verleden tijd | charmed |
voltooid deelwoord |
charmed |
onvoltooid deelwoord |
charming |
gebiedende wijs | charm |
charm
- overgankelijk charmeren
- overgankelijk betoveren [2], verrukken
- overgankelijk, (magie) (via een bepaalde magische weg) iets te boven komen/overwinnen
- [2] enchant
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Magie in het Engels
- Natuurkunde in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels