champetter
Uiterlijk
- Geluid: champetter (hulp, bestand)
- cham·pet·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | champetter | champetters |
verkleinwoord | - | - |
de champetter m
- (beroep) (geschiedenis) (voor 1945:) een ordehandhaver op het platteland
- Misschien is de naam champetter wel onstaan omdat hij toezicht hield onder andere om te controleren of er geen distels groeiden.
- Het woord champetter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "champetter" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be