bijvoeglijknaamwoordsvorm
Uiterlijk
- Geluid: bijvoeglijknaamwoordsvorm (hulp, bestand)
- IPA: / bɛiˈvuxləkˌnamwortsˌfɔrəm / (6 of 7 lettergrepen)
- bij·voeg·lijk·naam·woords·vorm
- samenstelling van bijvoeglijk naamwoord zn en vorm zn met het invoegsel -s- , aan elkaar geschreven volgens spellingregel 6.M (1)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijvoeglijknaamwoordsvorm | bijvoeglijknaamwoordsvormen |
verkleinwoord | bijvoeglijknaamwoordsvormpje | bijvoeglijknaamwoordsvormpjes |
de bijvoeglijknaamwoordsvorm m
- (grammatica) woord dat ontstaat uit de flexie van een adjectief
- De vergrotende trap en overtreffende trap in verbogen en onverbogen vorm, alsmede de verbogen vorm van de stellende trap, zijn ieder een bijvoeglijknaamwoordsvorm.
- bijvoeglijk naamwoord, naamwoordsvorm, stellende trap, vergrotende trap, overtreffende trap, verbogen vorm, onverbogen vorm
- Het woord 'bijvoeglijknaamwoordsvorm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 25
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 6 of 7 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Grammatica in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal