bijen

Nederlands

Een honingbij (Apis mellifera) bestuift een bloem.

Uitspraak

• Geluid:  bijen    (hulp, bestand)
• IPA: /bɛi̯ən/

Woordafbreking

• bij·en

Woordherkomst en -opbouw

•  bij zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		bijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bijen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bij
2. meervoudsvorm als officiële benaming (vliesvleugeligen) Antophila  een groep van insecten die behoren tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera). Bijen zijn vooral bekend om de honing die de honingbij maakt. Bijen verschillen van de meeste andere (vleesetende) vliesvleugeligen door het dieet van nectar en stuifmeel. Ook de larven leven hiervan. Biologisch gezien vormen de bijen echter géén aparte groep. Alle soorten bijen behoren tot de superfamilie Apoidea, waartoe ook alle graafwespen behoren

Hyperoniemen

• [2] vliesvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Verwante begrippen

• behangersbijen, honingbijen, kegelbijen, metselbijen, sachembijen, zandbijen, zijdebijen
• Afrikaanse honingbij, andoornbij, asbij, Aziatische honingbij, behangersbij, bergbehangersbij, bergbosgroefbij, berijpte geurgroefbij, biggenkruidgroefbij, blauwe ertsbij, blauwe metselbij, blauwe zandbij, blauwzwarte houtbij, bleekvlekwespbij, blinde bij, blokhoofdgroefbij, boemerangmaskerbij, bonte viltbij, bonte wespbij, boommetselbij, borstelgroefbij, borstelwespbij, bosbesbij, bosbloedbij, bosgroefbij, bosmetselbij, boswespbij, boszandbij, brede dwergbloedbij, breedbanddwergzandbij, breedbandgroefbij, breedbuikgroefbij, breedkaakgroefbij, breedrandzandbij, bremzandbij, brilmaskerbij, bruine rouwbij, bruine slobkousbij, bruinsprietwespbij, combigroefbij, composietglansbij, dageraadzandbij, dikbekbehangersbij, dikkopbloedbij, donkere klaverzandbij, donkere klokjeszandbij, donkere wespbij, donkere wilgenzandbij, donkere zijdebij, donkere zomerzandbij, doornkaakzandbij, doornloze wespbij, driedoornige metselbij, drievlekkige maskerbij, dubbeldoornwespbij, duingroefbij, duinkegelbij, duinmaskerbij, duinzijdebij, dwerggroefbij, dwerghoningbij, eendoornwespbij, eikenzandbij, ereprijszandbij, ericabij, Europese donkere bij, fijngestippelde groefbij, fluitenkruidbij, geafrikaniseerde honingbij, gebandeerde dwergzandbij, gedoornde groefbij, gedoornde slakkenhuisbij, gedrongen wespbij, geelgerande tubebij, geelgespoorde houtmetselbij, geelschouderwespbij, geelstaartklaverzandbij, geelzwarte wespbij, gehoornde maskerbij, gehoornde metselbij, gekielde dwergzandbij, gekielde maskerbij, Gelderse zandbij, gele tubebij, gele wespbij, geriemde zandbij, gestippelde maskerbij, gestippelde smaragdgroefbij, gestreepte bloedbij, gewone behangersbij, gewone dwergbloedbij, gewone dwergzandbij, gewone franjegroefbij, gewone geurgroefbij, gewone kegelbij, gewone kleine wespbij, gewone klokjesglansbij, gewone klokjeszandbij, gewone langhoornbij, gewone maskerbij, gewone pantserbij, gewone rozenzandbij, gewone sachembij, gewone slobkousbij, gewone smaragdgroefbij, gewone tubebij, gewone viltbij, gewone wespbij, gladde groefbij, glanzende bandgroefbij, glanzende dwergbloedbij, glanzende dwergwespbij, glanzende franjegroefbij, glanzende groefbij, glimmende dwergzandbij, glimmende smaragdgroefbij, glimmende zandbij, gouden kegelbij, gouden slakkenhuisbij, goudpootzandbij, goudstaartzandbij, grasbij, grijze zandbij, groene zandbij, groepjesgroefbij, grote bandgroefbij, grote behangersbij, grote bloedbij, grote harsbij, grote kegelbij, grote klokjesbij, grote metselbij, grote roetbij, grote spitstandbloedbij, grote wespbij, grote wolbij, grote zijdebij, halfgladde dwergzandbij, halfglanzende groefbij, heggenrankbij, heidebronsgroefbij, heidekegelbij, heideviltbij, heidewespbij, heidezandbij, heizijdebij, holkopgroefbij, honingbij, ijszijdebij, ingesnoerde groefbij, Japanse honingbij, kale wespbij, kalkgraslandwespbij, kattenkruidbij, kauwende metselbij, kegelbij, kielstaartkegelbij, klaverbehangersbij, klavermetselbij, kleigroefbij, kleine bandgroefbij, kleine bleekvlekwespbij, kleine bonte wespbij, kleine groefbij, kleine harsbij, kleine klokjesbij, kleine lookmaskerbij, kleine roetbij, kleine sachembij, kleine slanksprietmaskerbij, kleine spitstandbloedbij, kleine tubebij, kleine tuinmaskerbij, kleine wolbij, kleine zandbij, kleinste groefbij, klimopbij, klokjesglansbij, klokjesgroefbij, knautiabij, knautiawespbij, koolzwarte zandbij, kortsnuitbloedbij, kortsprietgroefbij, kortsprietmaskerbij, kortsprietwespbij, kraagbloedbij, krainerbij, kruisbloemzandbij, kruiskruidzandbij, kustbehangersbij, langkopsmaragdgroefbij, langsprietdwergwespbij, langsprietwespbij, Lapse behangersbij, lathyrusbij, lichte bloedbij, lichte wilgenzandbij, lichte zomerzandbij, lombardgroefbij, lookmaskerbij, luzernebehangersbij, matglanswespbij, matte bandgroefbij, matte dwergzandbij, meidoornzandbij, metselbij, minitubebij, moerasmaskerbij, mooie sachembij, neushoornwespbij, noordelijke groefbij, noordelijke klaverzandbij, noordelijke sachembij, oranje zandbij, paardenbloembij, pantserbloedbij, papaverbij, parkbronsgroefbij, platkielwespbij, pluimvoetbij, poldermaskerbij, Pyrenese behangersbij, ranonkelbij, resedamaskerbij, reuzenhoningbij, rietmaskerbij, rimpelkruinbloedbij, Rinks maskerbij, rode maskerbij, rode wespbij, rode zandbij, roestbruine bloedbij, roodbruine groefbij, roodharige wespbij, roodpotige groefbij, roodrandzandbij, roodscheenzandbij, roodsprietwespbij, roodstaartklaverzandbij, rosse kegelbij, rosse metselbij, rotsbehangersbij, rotsmetselbij, ruige behangersbij, sachembij, schermbloemzandbij, schoffelbloedbij, schoorsteengroefbij, schoorsteensachembij, schorviltbij, schorzijdebij, schubhaarkegelbij, sierlijke wespbij, signaalwespbij, slangenkruidbij, slanke groefbij, slanke kegelbij, slanksprietmaskerbij, slurfbij, smalbandwespbij, sporkehoutzandbij, steilrandgroefbij, stipmaskerbij, stomptandwespbij, Texelse zandbij, tormentilzandbij, tronkenbij, tuinmaskerbij, tweekleurige slakkenhuisbij, tweekleurige wespbij, tweekleurige zandbij, tweelobbige wolbij, valse rozenzandbij, variabele wespbij, variabele zandbij, verscholen dwergbloedbij, vierbandgroefbij, viltige groefbij, viltvlekzandbij, vlekkenbij, vlekpootwespbij, vroege bloedbij, vroege wespbij, vroege zandbij, waaiergroefbij, waddenmetselbij, waddenviltbij, wafelbloedbij, weidebij, weidemaskerbij, wikkebij, wimperflankzandbij, witbaardzandbij, witgevlekte tubebij, witkopdwergzandbij, witte rouwbij, wormkruidbij, zadeldwergzandbij, zadelgroefbij, zandbij, zandblauwtjesglansbij, zandloperbij, zesbandgroefbij, zesvlekkige groefbij, zijdebij, zilveren zandbij, zompmaskerbij, zuidelijke bronsgroefbij, zuidelijke dwerggroefbij, zuidelijke klokjesbij, zuidelijke langhoornbij, zuidelijke zijdebij, zwaluwbij, zwart-rosse zandbij, zwartbronzen houtmetselbij, zwartbronzen zandbij, zwartbuikwespbij, zwarte bloedbij, zwarte sachembij, zwarte tubebij, zwarte wespbij, zwartflankzandbij, zwartgespoorde houtmetselbij, zwartpootwolbij, zwartsprietwespbij

Afgeleide begrippen

• bijen en hommels, bijenkever, bijenluisvlieg
• behaarde bijenwolf, bijenkever, bijenluisvlieg, Friese bijvlieg, kleine bijvlieg, onvoorspelbare bijvlieg

Gangbaarheid

• Het woord bijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.